Lichaamseigen weefsel - Weefsel van de lumbale regio

In 1999, beschreven Kato et al. de gesteelde lumbal artery perforator flap (LAP flap), dewelke gebruikt werd om defecten in het lumbosacrale gebied te herstellen. De lumbal artery perforator flap kan ook als een vrije flap gecreëerd worden. Echter, hoewel de bloedvaten voldoende groot zijn, de steel is relatief kort waardoor een slagader- en een adergreffe vanuit de lies bijna altijd noodzakelijk zijn om dit defect te verhelpen.


De lumbale slagaders ontstaan posterolateraal vanuit de buikaorta ter hoogte van de bovenste vier lumbale wervellichamen. De perforatorbloedvaten liggen tussen de onderste rand van de twaalfde rib en de bekkenkam (Fig. 1).

Fig. 1: De vasculaire anatomie ter hoogte van de lumbale regio: de lumbale slagader (LA) met zijn perforanten.

De lumbal artery perforator flappen worden ontworpen met hun as in een dwarse of schuine richting vanaf de middellijn posterieur tot op de spina iliaca anterior superior (fig. 2). De flap kan worden uitgebreid tot voorbij de midaxillaire lijn.

Fig. 2: Het huideiland van de lumbar artery perforator flap.

De lumbal artery perforator flap bestaat uit huid en onderhuids vetweefsel, en wordt bevloeid door enkele bloedvaten. Zoals bij de buik en bil perforatorflappen, worden de lumbale perforatorbloedvaten vrijgelegd tussen de spiervezels ter hoogte van de rug, waardoor deze spiervezels intact en functioneel blijven. De LAP flap kan verplaatst worden naar de borstkas, net zoals bij de andere autologe weefselflappen, hoewel bloedvatgreffen bijna altijd vereist zijn. Bij de LAP flap kan een overschot aan vetweefsel worden weggenomen ter hoogte van de onderrug en de bovenkant van bil. Dit vergemakkelijkt de vormgeving van de nieuwe borst. Bovendien is ook de consistentie van het vetweefsel zeer vergelijkbaar met deze van de borst.


Het belangrijkste nadeel van deze flap is de zeer korte vaatsteel dewelke steeds een overbrugging met een vasculaire greffe vereist. Dit vasculaire transplantaat is meestal afkomstig uit de liesregio. Dit verlengt de ingreep met ongeveer één uur.

Fig. 3a Fig. 3b
Fig. 3c Fig. 3d

Fig. 3: Preoperatieve (a, c) en postoperatieve afbeeldingen (b,d) van een laattijdige reconstructie van de linker borst met een Lumbar Artery Perforator flap (LAP flap) bij een patiënte die voorheen ook een abdominoplastie (buikwandcorrectie) onderging. Een tepelreconstructie met tatoeage werd nog niet uitgevoerd. Het litteken ter hoogte van de donorplaats is laag gepositioneerd en kan eenvoudig verborgen worden (d).