Aanbevelingen voor perioperatieve zorg bij borstreconstructie

vrijdag 20 oktober 2017

Een internationaal team van experten/geneesheren heeft een aantal aanbevelingen ontwikkeld inzake perioperatieve zorg bij borstreconstructie, onder begeleiding van de Enhanced Recovery after Surgery (ERAS) Society. Ze deden dit op basis van een grondige en systematische analyse van gegevens uit bestaande studies en publicaties. Perioperatieve zorg omvat de preoperatieve zorg en risico-inschatting van patiënten, de zorg tijdens de operatie en de nazorg.

Vanuit de vaststelling dat herstel na borstreconstructie kan worden verbeterd en geoptimaliseerd, werd nagegaan hoe een beter herstel met een lagere graad van complicaties en een kortere  verzorgingstijd kan worden bekomen voor de patiënt.

In totaal worden 18 aanbevelingen gedaan, waarvan we een aantal even kort toelichten.

Een eerste aanbeveling heeft het over het verschaffen van advies en informatie voorafgaand aan de ingreep. Zo bleek op basis van de wetenschappelijke data dat het verschaffen van voorafgaande en gedetailleerde informatie  met betrekking tot de anesthesie en chirurgische ingreep zelf, het herstel bevordert omdat die informatie bij de patiënt een duidelijke vermindering van onzekerheid en angst met zich brengt. Veel vrouwen vinden nog steeds dat ze geen adequate informatie ontvangen omtrent hun geplande borstreconstructie met ontevredenheid inzake de genomen beslissingen inzake borstreconstructie tot gevolg.

Een andere aanbeveling benadrukt het belang van optimale operatieve toelatingsvoorwaarden, waarbij voor dagelijkse rokers en in het geval van alcohol misbruik minstens één maand onthouding voorafgaand aan de operatie heilzaam blijkt, en voor obese patiënten een BMI van 30kg/m² of minder.

Het vasten voorafgaand aan de operatie lijkt te kunnen worden gelimiteerd, waarbij het patiënten zou moeten worden toegestaan klare dranken te nuttigen tot 2 uur voor de operatie. Klinische data toont met name aan dat het drinken van klare vloeistoffen tot twee uur voor de operatie geen verhoogd risico op complicaties met zich brengt.

Wat het eten en drinken na de operatie betreft, geeft de data aan dat patiënten moeten worden aangemoedigd om dranken en voedsel zo snel mogelijk na de operatie in te nemen, bij voorkeur binnen de 24 uur. Dit wordt met name  geassocieerd met een verbeterde heling van de wonden, een verminderd risico op infecties en een verkort ziekenhuisverblijf. Wel dient dit te worden afgewogen tegen het risico van een potentieel urgente terugkeer naar het operatiekwartier ten gevolge van een microvasculaire trombose, wat zich kan voordien in 2% tot 5% van de patiënten die een ‘free flap’ borst reconstructie ondergaan. De huidige technieken inzake anesthesie zouden dit risico daarentegen moeten matigen.

Ook een vroege fysieke rehabilitatie na het ontslag uit het ziekenhuis, zoals fysiotherapie en een oefenprogramma onder begeleiding,  wordt aanbevolen omdat dit tot een sneller herstel, een snellere mobiliteit en een toegenomen comfort en levenskwaliteit na operatie leidt. Wel heeft dit op zich geen verbetering van eventueel lymfoedeem tot gevolg.

Er zijn ook een aantal puur medische aanbevelingen, zoals een onderzoek van de patiënt naar het risico op veneuze  trombose en de behandeling met bepaalde medicatie (heparin) voor risico patiënten. Verder zijn er aanbevelingen tot behandeling met intraveneuze anitibiotica binnen het uur -na de ingreep om het risico op infecties te reduceren, het geven van bepaalde medicatie teneinde misselijkheid en overgeven na de operatie te verkleinen en aanbevelingen inzake pijnbeheersing, wondbehandeling, anesthesie, het voorkomen van hypothermie en het frequent monitoren van de flap reconstructie binnen de eerste 72 uur na de ingreep.

Meer detail omtrent de verschillende aanbevelingen kan worden gevonden in de publicatie van de studie zelf: http://journals.lww.com/plasreconsurg/Abstract/2017/05000/Consensus_Review_of_Optimal_Perioperative_Care_in.9.aspx

Deze aanbevelingen hebben niet tot doel te worden aangewend als argument voor de overheid om de terugbetaling van de zorg te beperken op basis van de duur van het hospitaalverblijf. Zoals met elke vorm van richtlijnen of aanbevelingen dienen deze door clinici te worden getoetst aan hun onafhankelijk oordeel omtrent de klinische toestand van elke individueel patiënt. Vele van deze aanbevelingen kunnen nog worden versterkt of aangevuld naarmate nieuwe klinische data beschikbaar wordt. Elke aanbeveling op zich zal het herstel process waarschijnlijk niet wijzigen, maar samen, en toegepast met het nodige gezond verstand en de nodige zorg, kunnen ze het hersteltraject voor de patiënt en de gezondheidszorg zondermeer transformeren.